Oorzaken

Pre- en Dysmaturiteit door vroeggeboorte kunnen verschillende oorzaken hebben.

We gaan we dieper in op de oorzaken, symptomen en behandeling van de genoemde aandoeningen:

In vele gevallen is een oorzaak niet bekend. Meer onderzoek is nodig, één van de doelen van Stichting Prematurendag

Wat veroorzaakt een vroeggeboorte?

Een vroeggeboorte kan “spontaan” optreden of “kunstmatig” worden opgewekt. Van alle vroeggeboortes treedt 80% spontaan op en 20% wordt opgewekt omdat bijvoorbeeld de groei van de baby in de baarmoeder onvoldoende is. Onvoldoende groei (foetale groeiachterstand) kan worden veroorzaakt door slechte zuurstoftoevoer en die situatie kan tegen het einde van de zwangerschap tot zuurstoftekort leiden en bijvoorbeeld neurologische afwijkingen tot gevolg hebben. Kunstmatige opwekking van de geboorte, al dan niet door inleiden of keizersnede, kan ook geboden zijn wanneer de moeder ernstig bloed verliest door het loslaten van de placenta of wanneer het leven van de moeder door zwangerschapsvergiftiging (ook wel Pre-eclampsie of toxicose genoemd) e.d. gevaar loopt.

In de spontane gevallen kan meestal geen exacte oorzaak voor de vroeggeboorte worden gegeven. Spontane vroeggeboortes volgen vaak op het voortijdig breken van de vliezen of na vaginaal bloedverlies (vanuit de placenta) tijdens de zwangerschap. Er is geen wetenschappelijk onderzoek dat een verhoogde kans op vroeggeboorte aantoont bij veelvuldig tillen, dansen en dergelijke tijdens de zwangerschap. Integendeel, lichamelijke activiteit in de eerste twee trimesters van de zwangerschap verkleint zelfs de kans op vroeggeboorte. Bij een onderzoek onder 1.699 vrouwen deden 22% van de vrouwen al stevig aan sport (joggen, fietsen, zwemmen, e.d.) voor de zwangerschap en ging 14% daarmee door tijdens de eerste drie maanden, terwijl 8% ook tijdens de tweede drie maanden doorging. Bij de vrouwen die in het eerste trimester aan sport deden, was de kans op vroeggeboorte 20% lager. Bij vrouwen die ook in het tweede trimester sportten, verminderde de kans zelfs met 48% (Evenson et al., 2002).

Het grootste deel van de extreme vroeggeboortes lijkt echter in verband te staan met opstijgende infecties vanuit de vagina. Een infectie of bloeding kan irritatie of beschadiging veroorzaken op de overgang van vliezen en placenta. Als gevolg van ontstekingsreacties komen stoffen vrij (enzymen, proteases en collagenases) waardoor prostaglandine productie op gang komt. Dit kan leiden tot voortijdige ontsluiting, contracties en het breken van de vliezen en uiteindelijk tot vroeggeboorte.

Bij dit voortijdig breken van de vliezen in medische termen Premature rupture of membranes (PROM) neemt de kans op besmetting en infectie van het kind toe. Bij aanwijzingen voor een infectie zal dan ook niet altijd meer geprobeerd worden om de weeën te remmen, omdat het kind door de infectie gevaar loopt. Echter, in zeldzame gevallen kan de situatie ‘gebroken vliezen’ zónder dat het kind geboren wordt dagen, soms zelfs weken duren.

Uit diverse onderzoeken is gebleken dat een eerdere vroeggeboorte de kans op een vroeggeboorte bij de volgende zwangerschap verhoogd.


Voor meer termen die worden gebruikt op Neonatologie, ga naar het NEO-ABC.